Groene bemesting
Groene bemesting als basis voor duurzaamheid. Wie duurzaam landbouw wil bedrijven, moet goed voor de bodem zorgen. Deze is immers de grondslag voor de productie. Het behouden en opbouwen van organische stof, verzorgen van de bodemstructuur en verzorgen van het bodemleven zijn functies die de basis vormen voor de bewerkbaarheid, vochtvoorziening en de levering van nutriënten voor de gewassen. Bemesten is dan ook méér dan het toedienen van mineralen. Het is het verzorgen van de bodem, waarbij een goede plantenvoeding slechts één van de doelstellingen is. Wel een hele belangrijke overigens. Bemesting gebaseerd op organische stof is voor ieder akker- en tuinbouwbedrijf van belang. Gewasresten, compost en dierlijke mest voeden ieder op hun eigen wijze de bodem en het bodemleven. Steeds vaker worden ook maaimeststoffen als groene bemesting ingezet.
Maaimeststoffen Maaimeststoffen (MMS) zijn gewassen die worden gemaaid en vervolgens als plantaardige meststof worden ingezet op een ander perceel dan waar ze geteeld zijn. Vaak worden hiervoor vlinderbloemige gewassen gebruikt: grasklaver, luzerne. Deze kunnen met behulp van bacteriën in hun wortelknolletjes stikstof uit de lucht binden. Diep wortelende gewassen mobiliseren bovendien mineralen uit diepere bodemlagen. Door vlinderbloemige maaimeststoffen toe te passen kan (een deel van) de stikstofbehoefte van de gewassen vervuld worden door gebonden luchtstikstof. Deze hoeft dan niet meer van extern, via dierlijke mest of kunstmest, aangevoerd te worden. Dat is positief voor de stikstofbalans en energiebalans op het bedrijf. Zo wordt er stikstof gegeven zonder fosfaat, wat met andere vormen van organische bemesting wel het geval is.
Toepassing Door maaimeststoffen na het maaien te verhakselen verbetert de verteerbaarheid. Ze kunnen vers toegepast worden, maar ze kunnen ook geconserveerd worden door in te kuilen of te drogen. Het maaimoment valt namelijk vaak niet samen met het moment van bemesten. Of nu vers, ingekuild of gedroogd materiaal wordt uitgebracht, het zal voor een goede vertering altijd (oppervlakkig) ingewerkt moeten worden.